maandag 22 april 2013

Als een stripverhaal tot leven komt

Tijdens het 'theater' gedeelte van de vorige les merkte ik dat leerlingen het heel moeilijk hadden om met lichaamstaal te werken. Leerlingen hebben weinig besef van uitstraling en zijn vaak nog heel verlegen om zichzelf te tonen aan hun klasgenoten. Ik besloot hierop verder te werken met enkele verhalende bewegingsoefeningen.
Eerst en vooral liet ik de leerlingen in strips kijken. En vroeg hen of de personages stil stonden of aan het bewegen waren. Hoe zie je dat die personages in beweging zijn?

Na deze afbeeldingen bestudeert te hebben, spelen we zelf 'Jommeke'. Hierbij lopen de leerlingen door de klas door elkaar. De leerkracht roept op een bepaald moment een actie van Jommeke en de leerlingen bevriezen in die actie. Bv
-Jommeke loopt naar professor Gobelijn.
-Jommeke is op stap en ziet de Miekes naar hem zwaaien.
-Jommeke denkt diep na over het probleem van professor Gobelijn.
-Jommeke zoekt Filiberke op het drukbevolkte strand.
-Jommeke doet ochtendgymnastiek.
-Jommeke heeft een idee!

Nu zijn de leerlingen klaar om een 'tableau vivant' te maken. De klas wordt opgedeeld in groepjes van 4-5 leerlingen en zij brengen in 4 beelden een korte anekdote. Bv; 
'De familie Peters hebben een gezellige tv-avond. Ze doen de tv uit en gaan slapen. Als ze opstaan merken ze dat hun huis helemaal overhoop ligt! Er is ingebroken…..' Zij krijgen 10 minuten de tijd om dit verhaal te maken. Daarna tonen ze dit aan hun medeleerlingen. Die kunnen hun ogen sluiten en wanneer een teken gegeven wordt, zien zij de volgende prent. Als het publiek het verhaal kan raden is de opdracht geslaagd! Het publiek krijgt dan ook een fototoestel, waarmee zij de beelden kunnen vastleggen.

Hier is het ook gepast om even de geschiedenis van een 'tableau vivant' uit de doeken te doen. 
Letterlijk betekent ‘tableau vivant’: levend schilderij. Het tableau vivant ('levend schilderij') is een 18de en 19de-eeuwse theatervorm waar de arbeidersbeweging veel gebruik van heeft gemaakt. Het werd opgevoerd tijdens feestavonden en politieke bijeenkomsten.

Het tableau vivant bestond uit stilstaande, gekostumeerde mensen in een symbolische opstelling met decorstukken. De opstelling werd achter een gesloten gordijn gemaakt. Als iedereen in de juiste houding stond, ging het gordijn open en kon het publiek een of hooguit twee minuten kijken.

De leerlingen weten nu wat een fotostrip kan inhouden en krijgen nu de kans om de strip tot leven te laten komen. Zij krijgen een foto te zien uit een artistiek fotoboek en gaan in die poses staan. Daarna verzinnen zij zelf waar ze zijn, wat daar gebeurt, wie ze zijn...Er mag gesproken worden, maar er kan telkens maar één leerling aan het woord zijn.
Daarna demonstreren ze dit opnieuw aan hun publiek. 

De deskundigen aan het woord!



Geen waarzegster deze keer die een puntje van de gesluierde toekomst oplicht, maar wel de ervaren leerlingen van de school! Wie kan beter uitleggen hoe het leven er op school aan toe gaat, dan diegene die elke dag achter de banken zitten. Acht vrijwilligers geven hun visie en delen hun ervaringen met de nieuwsgierige nieuwkomers!

In dit fotohokje kan je je even afsluiten tussen alle heisa van de opendeurdag voor een vertrouwelijk gesprek met de leerlingen. In dit hokje zal een tv staan waarop de interviews worden afgespeeld.

Het hokje maakte ik van houten panelen die zwart geverfd werden. De titel 'een kiekje op je toekomst' komt van een 'kijkje' op hoe het voor de nieuwe leerlingen zou kunnen zijn volgend jaar. Het kiekje verwijst naar het fotohokje. Er zullen ook heel wat foto's te zien zijn op de opendeurdag. De letters werden erop geschilderd met een sjabloon, om zo de 'negatieven' van die letters te bekomen.

Het filmpje zal constant afspelen, de kijkers kunnen binnen- en buitenglippen wanneer ze willen.


maandag 11 maart 2013

'Een kiekje op je toekomst'

Tijdens een opendeurdag is het belangrijk dat toekomstige leerlingen zich aangesproken voelen door de school. De leerlingen zijn naast de schoolvakken vooral heel benieuwd naar het leven op de 'grote' school. Hoe gaat het er aan toe? Welke regels zijn er? Wat is het verschil met het zesde leerjaar? Wat doe je op de speelplaats?  Waarvoor dienen die kastjes op de speelplaats? .....

Uiteraard kunnen leerkrachten hierop een antwoord geven, maar het is veel interessanter als je het eens hoort van een leerling met ervaring.

De toekomstige leerlingen zullen de kans hebben om in een fotohokje 'een kiekje op hun toekomst' te nemen. Ik zal een fotohokje plaatsen in de centrale hal, waarin de nieuwsgierigen plaats kunnen nemen. Hierin staat een televisietoestel die een film afspeelt waarop interviews met leerlingen (en leerkrachten) te zien zijn. Zij zullen vertellen over het schoolleven en antwoorden op vragen als:

-Wat is het grootste verschil tussen het zesde leerjaar en het eerste middelbaar?
- Wat is het leukste vak op school? Waarom?
- Wie is de leukste leerkracht? Waarom?
- Wat nieuwe leerlingen zeker moeten weten is ...
- Wat vind jij de vreemdste gewoonte hier op school?
- Met welke schoolregel ben je het helemaal niet eens?
- Hoe is het leven op het internaat?

Op deze manier kunnen de geïnteresseerden zich even afzonderen van de opendeur-drukte voor een één-op-één 'gesprek' met een leerling.

woensdag 13 februari 2013

Drie keer dier

Ik heb gekozen voor de werktitel 'drie keer dier'. Het bekt goed en geeft de essentie weer van het werk.
Alle leerlingen zullen één dier uitkiezen, die ze zullen analyseren en op een andere manier leren kennen. In biologie en andere praktische lessen leren ze de binnen- en buitenkant van de dieren. Wat ze eten, hun habitat, hun gestel, voortplanting.... Maar wat ze niet leren is de gevoelswaarde van die dieren doorheen onze geschiedenis en cultuur. Dieren worden nooit zomaar afgebeeld op klassieke schilderijen,  ze verwijzen steeds naar een bepaalde waarde of eigenschap, zo staat de hond voor trouw en de kat voor valsheid. Ook in tal van fabels en verhalen krijgen dieren een bepaalde rol toegeschreven; denk maar aan het bekende verhaal 'Van den vos Reynaerde'.

In het eerste luik stellen de leerlingen het dier voor als een jachttrofee. Het creatieve duo Chris en Luis maakten een statement met karton. Met de crisis in het achterhoofd besloten zij mooie dingen te maken uit goedkoop 'afval' materiaal. Alles wat zij maken is opgebouwd uit niets anders dan karton. Ze scoorden met hun 'animal throphies' een hit bij het creatieve publiek. Op deze link kan je een kijkje nemen in hun aanbod.  www.cardboardsafari.com/




De leerlingen zullen hier een eenvoudigere versie van maken, door profielen te tekenen van hun gekozen dier en die met een breekmes uit te snijden.(Zie voorbeeld hieronder) Zo'n jachttrofee doet ook vaak dienst als alternatieve kapstok. Aangezien scholen gekenmerkt worden door gangen met kapstokken, leek het mij wel een leuk idee deze koppen in de gang uit te stallen. Zo zullen de bezoekers op de opendeurdag begroet worden door een tal van kartonnen dieren.


Het tweede deel van hun drieluik wordt een foto. Zij zullen de grootste eigenschap van hun dier uitkiezen en uitbeelden. Ik heb hiervoor gekozen na het zien van het werk van Lisa Klappe. Zij liet verschillende mensen poseren als een duif. Als de leerlingen bijvoorbeeld de eigenschap 'trots' kiezen voor een paard, zullen zij trots moeten poseren.


Het derde en laatste luik van hun werk zal een creatieve tekst zijn. Naar het boek 'Ik wou' van Toon Tellegen met portretten van Ingrid Godon zullen de leerlingen zich inbeelden wat het is om een dier te zijn. Zij zullen zoiets schrijven:

'Ik wou dat ik een paard was.
Als ik een paard was dan streelden mensen over mijn hoofd.
Dan zou ik met de Sint over de daken lopen.
En dan kon ik zonder excuus iemand de maag intrappen die achter mijn rug roddelt.'

De leerlingen zullen dus drie maal een dier weergeven. Eenmaal door karton op een beeldende manier, eenmaal op een foto en eenmaal door een tekst. Hiermee rijk ik verschillende kunsttalen aan: beeldende kunst, fotografie, beweging en literatuur.

Via deze link kan u de lesvoorbereiding inkijken.

Via deze link kan u de powerpoint bekijken met foto's van het stappenplan.
http://www.slideshare.net/fienverv2/dierenstappen

Opendeurdag

Als tweede onderdeel van mijn stage, kreeg ik de opdracht om samen met de leerlingen van 1BAB de school creatief in te kleden op de opendeurdag.
In begon met graven en zoeken naar wat ik wou doen met deze klas en wat ik wou tonen aan toekomstige leerlingen. De sterkte van mijn stageschool zit hem in de specifieke richtingen. Je ziet immers niet op elke school katten, honden, slangen ... en dan hebben we het nog niet over de hoeve, waar de leerlingen alle soorten dieren leren kennen en verzorgen. De passie voor dieren zit bij deze leerlingen diep, ze hebben er een band mee, die soms dieper gaat dan menselijke relaties.

Ik ben beginnen graven naar kunst met dieren en kwam heel wat bekende en minder bekende werken en artiesten tegen op mijn pad. Damien Hirst, Wim Delvoye, Alexander Calder, Fia Cielen, Polly Morgan, Lisa Klappe, Jan Hanlo, 'la cabine téléphonique aquarium' op het lichtfestival van Gent.... We kunnen nog even doorgaan

Deze leerlingen zijn nog niet vaak in aanraking gekomen met kunst. Zij kennen kunst vaak als iets saai, ouderwets of onbegrijpelijk. We horen vaak als reactie op moderne kunst 'dat kan ik ook'. Wel, ik ga de uitdaging aan en inspireerde me op één van de bekendste conceptuele werken, die voor heel wat opschudding zorgde. 'Three chairs' van Joseph Kosuth



Drie stoelen; een echte, een foto van een stoel en een woordenboekverklaring van stoel. Drie keer zie je hier een stoel, maar drie keer op een andere manier. We kunnen dit interpreteren als de moderne versie van een drieluik.

Ik heb besloten om met mijn leerlingen ons eigen drieluik te maken; niet over stoelen, maar over dieren.

zaterdag 2 februari 2013

Dit was poëziedag 2013!

De poëziedag zit er op, de poëzieweek is volop aan de gang. Dit is wat er te zien/te doen was op die dag.


De poëziedag zal zich vooral concentreren aan de traphal in de U-blok. Ten eerste zullen er 'krantjes'/werkblaadjes te vinden zijn met een aantal taalopdrachten voor de leerlingen(ook in de muziekklas), die kunnen ze meenemen wanneer ze maar willen. Ze kunnen ook gebruikt worden door leerkrachten als instap voor een les poëzie. Op dit blad staat ook de vraag: 'wat is voor jou de poëzie op een schooldag?' Deze vraag kunnen ze beantwoorden en in de 'gedachtenhoed' werpen. Er zal ook een 'poëziebook' staan (een tweede is ook in de muziekklas te vinden). Het 'poëziebook' is geïnspireerd op 'facebook', waarop leerlingen leuke herinneringen, zinnen, raad kunnen 'posten' (via 'post-its'). Op het bord hangen ook enkele bekende foto's van historische momenten, die de wereld niet snel zal vergeten. Er is ook een beeldsonnet te vinden, gebaseerd op het werk van Ted van Lieshout. Zo'n beeldsonnet geeft beeldend de vorm van een sonnet weer. Voor de leerkrachten Nederlands kan dit een manier zijn om de vormelementen van een gedicht te bespreken; zoals strofes, verzen, pointe, rijmschema, kwatrijn, terzien, octaaf, sextet, ritme, lettergrepen ....
Er zal ook een regen van cd's te zien zijn waarop (minder) bekende liedjes staan geciteerd.  In de bomen zullen ook de letters POEZIE hangen. Op de trapleuning kleeft een felkleurige plakband met daarop een 'trapgedicht'. 

In de school zullen ook een aantal verzen/gedichten opduiken. Zo zijn er in de refter drie borden te vinden met verzen over eten, aan het LO-lokaal zullen enkele t-shirts met opschrift hangen en enkele vaklokalen krijgen een kleurige poster, met daarop een gedicht gelinkt aan het desbetreffende vak. Bij de toiletten kunnen de leerlingen hun favoriete liedjesteksten nalaten met krijt op een behangpapier. De fieters zullen ook een versje terugvinden aan hun fietsstuur als ze terug naar huis gaan. Als laatste zal er in de muziekklas en in de leraarskamer een poëtische traktatie te vinden zijn.














dinsdag 29 januari 2013

Beeldsonnetten

Naar aanleiding van de 'beeldsonnetten' van Ted van Lieshout, besloot ik mijn eigen beeldsonnet te maken. Dit handige instrument toont niet alleen mooi, je kan er ook de kenmerken van het sonnet uit afleiden.

Een sonnet is een gedicht van veertien regels. Het bestaat vaak uit twee strofen van vier regels (kwatrijn) en twee strofen van drie regels (terzine). De twee kwatrijnen vormen samen het octaaf en de twee terzinen heten samen het sextet. Tussen het octaaf en het sextet is er dikwijls een wending (volta, chute) in het gedicht
'Klinkdicht' is een Nederlands synoniem voor 'sonnet' (sonare (Lat.) = klinken). Bij een sonnet zijn muzikaliteit, toon en ritme wezenlijke elementen. Sonnetten willen gehoord worden. Rijm en metrum spelen bij veel sonnetten dan ook een belangrijke rol. Een veel voorkomend rijmschema is dat van het Italiaanse sonnet: abba abba cdc dcd (of cde cde). Sonnetten met een metrum hebben vaak regels met een vijfvoetige jambe (kort - lang), zoals 'Ik ging naar Bommel om de brug te zien.'
Op het rijmschema en alle andere kenmerken van het sonnet zijn vele variaties mogelijk. Het sonnet dankt zijn populariteit vooral aan de vele sonnetten die Francesco Petrarca (1304-1374) voor zijn onbereikbare Laura schreef.


Ik heb ervoor gekozen om met aardappelen te werken, aangezien deze landbouwjongeren enorm gepassioneerd zijn door alles wat thuis/op de boerderij gebeurt. De leerlingen zullen de kenmerken van een sonnet beter onthouden als je hen zelf de aardappelen laat prikken op het bord. Op deze manier ontstaat er ook een interactie tussen leerling, leerkracht, kunst en inhoud.